Alle nieuws

Zelfreflectie in de geestelijke gezondheidszorg: is de sector zich bewust van de eigen cultuur?

Afbeelding dossier GGZ

Juni 2024

Er bestaat geen taalbeleid in de geestelijke gezondheidzorg (GGZ). Maar wat gebeurt er dan als je cliënt geen Nederlands spreekt? Hoe zit het met actuele migratiestromen, zoals de situatie in Gaza? En hoe kunnen zorgverleners omgaan met de behoeften van hun cliënt? Binnen de GGZ staat de deur voor iedereen open, maar wat gebeurt er als je cliënt niet tot bij de deur komt of als die niet door de deur past? Chris Noorduin doet aan kritische zelfreflectie van de sector GGZ.

 

Chris Noorduin werkt bij het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) VBO. Het CGG biedt consultaties aan en bouwt anderzijds aan een netwerk voor deskundigheidsbevordering en samenwerking.

Chris heeft een specifieke voorliefde voor werken in transculturele sferen. Bij het CGG VBO richtte hij samen met enkele collega’s een nieuw team op, dat specifiek psychosociale en psychiatrische hulp biedt aan mensen met een vlucht- en migratiegeschiedenis. De vraag kwam er door een gevoel dat deze doelgroep niet terecht kon in de reguliere geestelijke gezondheidszorg. 

Foto van chris noorduin

Welke rol speelt taal in de geestelijke gezondheidszorg?

"Er is op dit moment te weinig plaats voor diversiteit in de GGZ vind ik persoonlijk. Ik vind dat de sector nog niet genoeg doordrongen is van wat er maatschappelijk leeft. Dat situeert zich op heel wat verschillende manieren. Het eerste, meest basale niveau is dat van taal. Ik ben oorspronkelijk van Nederland en ik weet dat taal een geschiedenis heeft in België, met daaraan een bepaalde gevoeligheid gekoppeld. Ik ben mij daarvan bewust, maar tegelijkertijd denk ik dat we best meegroeien met de maatschappelijke realiteit. Op dit moment spreken we in België veel meer talen dan enkel Nederlands en Frans. Dat is voor mij een soort ethische kwestie, een vorm van taalgastvrijheid. Ik stel helaas vast dat heel wat mensen puur omwille van taal zorg gaan uitstellen, waardoor problemen erger worden."

Ik stel helaas vast dat heel wat mensen puur omwille van taal zorg gaan uitstellen. Chris Noorduin

"Organisaties zijn ook nog niet gewoon om met tolken te werken. Het wordt gezien als iets lastig, want het vergt administratie en het is duur. Hulpverleners zijn heel erg getraind op een duale relatie: ik tegenover de patiënt. Een triade relatie, dus met een tolk erbij, is voor veel hulpverleners vreemd. We zijn dat niet gewoon. We zijn er niet in getraind en vinden dat dan moeilijk. Maar dat is echt een probleem. Als we bijvoorbeeld zien dat oudere mensen met een migratieachtergrond soms de aangeleerde taal als eerste verliezen en terugvallen in de taal van het land van herkomst, dan kunnen die ook niet gemakkelijk terecht in de hulpverlening. Taal is een heel belangrijk communicatiemiddel, want ook in de finesse van emoties en diagnostiek is taal heel belangrijk. We hebben een vrij talig beroep en er is geen taalbeleid, dat is hallucinant en daar moeten we zeker eens over nadenken. Er gebeuren veel goede dingen, maar tegelijk er is nog heel wat werk in de GGZ."

Als er nog geen taalbeleid is in de GGZ, wat gebeurt er dan als je cliënt geen Nederlands spreekt?

"Dat hangt af van de hulpverlener. Als je een hulpverlener hebt die zegt "ik spreek alleen Nederlands", dan stopt het. Er zijn andere hulpverleners die zoeken. Ze spreken een beetje Engels, Frans of Spaans. We krijgen heel vaak de vraag of we bijvoorbeeld een Albanese therapeut hebben voor een Albanese client of bijvoorbeeld een Arabische therapeut voor een Arabische client. Maar als sector kunnen we ons dit niet langer veroorloven. De taaldiversiteit in onze samenleving is enorm. Als we voor elke vraag een therapeut moeten zoeken die zich volledig thuis voelt in deze taal, dan gaan we lang mogen zoeken. Ik denk dat het belangrijk is om als GGZ sector meer te leren werken met tolken en intercultureel bemiddelaars. En dat we voorlichtingsmateriaal, apps en links naar zelfhulpmiddelen automatisch in verschillende talen aanbieden.

Organisaties zouden hun werknemers meer moeten uitleggen hoe ze een tolk kunnen aanvragen en hoe ze ermee moeten omgaan. En ook andere zaken, zoals dat als je een tolk uitnodigt je die niet in de wachtzaal zet naast de patiënt. Dat maakt het voor de tolk heel moeilijk om zijn of haar neutrale positie te behouden. En er dreigt veel belangrijke informatie verloren te gaan voor de hulpverlener. Het zijn eigenlijk zowat basale dingen waar we in de GGZ nog onvoldoende rekening mee houden. Een ander voorbeeld is de literatuur in de wachtzaal. Hang zaken op in verschillende talen. Het doet iets als je ergens toekomt en je herkent iets, dat zorgt voor een zekere gastvrijheid."

Welke rol speelt cultuur in de hulpverlening?

"We moeten beseffen dat de manier waarop we denken over GGZ cultureel bepaald is. We hebben allemaal bepaalde culturele ideeën over wat geestelijke gezondheid en geestelijke gezondheidszorg is. Bijvoorbeeld, vaak zien we het als iets mentaals, los van het lichaam. En iets individueel, dat op te lossen valt door te praten. Dit is echter niet voor iedereen vanzelfsprekend. Heel veel mensen die ik ontmoet heb denken daar anders over, bijvoorbeeld dat de scheiding tussen lichaam en geest vreemd is of dat lijden zich op verschillende manieren kan tonen. Onze Westerse diagnostiek erkent deze uitingsvormen vaak niet en spirituele verklaringsmodellen passen niet in onze behandelingen. Dit ligt niet aan taal, maar aan cultuur. GGZ is ook een cultuur, en niet per se een universele cultuur. We moeten ruimte maken voor andere denkwijzen, diagnoses, verklaringen en behandelingsstrategieën."

Zijn er nog andere culturele misverstanden die in de geestelijke gezondheidszorg boven komen in cliëntgesprekken?

"GGZ in Vlaanderen is heel individueel gericht, net als onze samenleving. Echter, sommige mensen hechten meer waarde aan verantwoordelijkheid voor het collectief dan aan individuele ontplooiing. Voor hen krijgt het ‘ik’ een andere betekenis en vragen zij eerder hun gemeenschap dan een individu om antwoorden. We moeten leren werken met gemeenschappen.

Als psychologen werken we graag met innerlijke conflicten, terwijl ik denk dat er heel wat dingen ons worden aangedaan. Denk maar bijvoorbeeld aan vluchtelingen, zij hebben heel wat  vragen over wat hun gemeenschap wordt aangedaan. Ze stellen zich terechte vragen over hun gemeenschap, hun plaats in deze gemeenschap of over de plaats van hun gemeenschap in de wereld. Dat leidt tot andere vragen die we in therapie krijgen die ik wel heel belangrijk vind, vragen over bijvoorbeeld geworteldheid, ontworteling en onze relatie tot onze omgeving."

Je hoort hulpverleners ook vaak zeggen ‘ik behandel iedereen gelijk’, dan vraag ik mij af hoe je dat in godsnaam doet. Chris Noorduin

Hoe kunnen zorgverleners dan omgaan met de verschillende behoeftes en vragen vanuit de cliënt?

"Hulpverleners moeten ruimte maken voor andere werkwijzen en bewust zijn van hun eigen culturele achtergrond. Dit vraagt om culturele bescheidenheid: begrip tonen voor hoe patiënten hun situatie definiëren en steeds zoeken naar een opening van hoe je patiëntzaken ziet. Als je patiënt bijvoorbeeld een 16-jarige uit Afghanistan is, dan definiëren wij die als schoolgaand kind. Maar in Afghanistan wordt een 16-jarige jongen als man gedefinieerd die moet werken en geld verdienen om zijn familie te helpen. Dus je zit met een heel ander paradigma en dan moeten we kijken naar hoe we die twee modellen kunnen samenbrengen. De jongen leeft hier en heeft recht op onderwijs, maar we gaan zijn volwassen ziel niet afnemen.

Een ander voorbeeld zijn rouwprocessen, waarin de gemeenschap heel belangrijk is. Rouwen is communicatief: mensen dragen speciale kleding en volgen rituelen om een boodschap over te brengen. Dit helpt anderen rekening te houden met hun verlies. Vaak verandert ook je rol in de gemeenschap, bijvoorbeeld: een vrouw wordt weduwe. Een andere naam, een andere rol. Maar wat als je geen gemeenschap hebt of de gemeenschap je rituelen niet erkent? Dan sta je alleen. In de spreekkamer moeten we dan samen rouwrituelen reconstrueren om communicatie en steun mogelijk te maken."

Wat zijn specifieke uitdagingen waar mensen met een migratiegeschiedenis op botsen in de GGZ?

"Ik vind de vraagstelling wel interessant, want het bekijkt de mensen met een migratiegeschiedenis als een indringer die botst op ons systeem. En het geeft hen de opdracht een ingang te vinden tot het systeem. Misschien moeten we ons vragen stellen over het systeem? Veel mensen integreren of assimileren zich in het bestaande GGZ-systeem, wat vaak wordt gezien als "ze spreken goed Nederlands", maar dat betekent niet dat hun cultuur verdwenen is.

Cartoon differentiatie

Je hoort hulpverleners ook vaak zeggen ‘ik behandel iedereen gelijk’, dan vraag ik mij af hoe je dat in godsnaam doet. Mensen zeggen dat ze diversiteitssensitief zijn, dat ze iedereen evenveel kansen bieden. Je moet het maar eens doen hé, dat is helemaal niet gemakkelijk. Je hebt zo een cartoon waarbij iemand voor een lessenaar staat en je ziet een olifant, een aap, een vis in een bokaal en nog een beestje. 

En de persoon zegt ‘we behandelen iedereen gelijk, iedereen moet in de boom klimmen’. Dat is ook wat ik zie gebeuren binnen GGZ, waar men zegt dat de deur voor iedereen openstaat, maar zo gaan we er niet geraken. Niet iedereen komt tot aan de deur of past door de deur.

We moeten echt tot een zelfreflectie komen als GGZ, we kunnen het probleem bij mensen met een migratiegeschiedenis blijven leggen, maar dat doen we al generaties lang. Echte cultuursensitiviteit gaat volgens mij ook over een sector die werkt aan bewustwording van de eigen cultuur."

Echte cultuursensitiviteit gaat over een sector die werkt aan bewustwording van de eigen cultuur. Chris Noorduin

Wat is er dan nodig zodat die deur voor heel veel mensen wel zou passen?

"Dat is een proces dat nooit af zal zijn. De samenleving blijft veranderen en diversifiëren. Zelfs als we ons aanpassen en meerdere deuren creëren, zullen we over 50 jaar weer aan zelfreflectie moeten doen. Daarom is voortdurende aandacht hiervoor belangrijk. Meer diversiteit onder hulpverleners is ook cruciaal. Er is veel ruimte voor beweging en verandering op dat gebied.

‘Cultural humility’ betekent bescheidenheid in denken en aanwezigheid, en erkennen dat er machtsrelaties zijn. Als ik een vluchteling in mijn spreekkamer heb, dan heb ik een andere maatschappelijke positie, en dat beïnvloedt de hulpverleningsrelatie. Dit moeten we erkennen in plaats van te doen alsof iedereen gelijke kansen heeft. Een beter taalbeleid is ook belangrijk.

Daarnaast moeten we in ons diagnostisch en therapeutisch denken meer openstaan voor andere verklaringsmodellen. Samenwerking met de somatische sector, zoals kinesisten en huisartsen, kan vruchtbaar zijn omdat lichaam en geest nu te gescheiden zijn."

De Palestijnse gemeenschap ervaart een gevoel van verlatenheid door het leven, het lot, en de wereld, wat resulteert in collectief trauma. Chris Noorduin

Merken jullie ook verschuivingen in actuele migratiestromingen? Zoals bij Oekraïners en Palestijnen?

"Ja, absoluut. Voor de Oekraïners kregen we van de Stad Leuven de opdracht om psychosociale zorg te coördineren. In overleg met partners hebben we een interventiepiramide opgesteld, waarbij we op verschillende manieren psychologische zorg bieden. Beginnend bij basisbehoeften zoals huisvesting en financiën, tot meer gespecialiseerde zorg wanneer nodig. Dit heeft veel mensen geholpen en tot een grote instroom van personen uit Oekraïne in ons centrum geleid.

Gezien de huidige situatie in Gaza, is de Palestijnse gemeenschap in Leuven sterk geraakt. We merken hierdoor ook meer toestroom in ons centrum. Velen hebben familie daar, het is een complexe situatie waarbij individuele en collectieve trauma's samenkomen. Mensen vragen zich af wat er met hun gemeenschap gebeurt en hoe België daarop reageert. De Palestijnse gemeenschap ervaart een gevoel van verlatenheid door het leven, het lot, en de wereld, wat resulteert in collectief trauma. We zijn in gesprek met de Stad Leuven om te kijken welke acties we kunnen ondernemen om deze breed gedeelde gevoelens in de gemeenschappen aan te pakken."

Heb jij nog tips voor hulpverleners?

"Sinds kort bieden vanuit ons team (samen met collega Redouane Ben Driss) een permanente vorming in transculturele GGZ, in samenwerking met KU Leuven en UPC Kortenberg. Gedurende een jaar dompel je jezelf onder in dit vakgebied, met als doel hulpverleners tools geven om superdiversiteit in hun werk te integreren. Thema's als cultuur, herworteling, migratie en religie vormen een belangrijke lens waardoor we naar geestelijke gezondheid kijken, en deze zijn breed toepasbaar. Je leert iets waardoor je bij al je patiënten een soort diepgang probeert te krijgen. Als tip zou ik iedereen welkom willen heten op onze opleiding, we hebben nog een beetje plaats!

Iets wat wij soms toepassen en wat heel interessant is, is om soms te vergaderen in het Engels, dat is echt een hele toffe uitdaging. Zo voel je eens hoe ingewikkeld het is om in een andere taal te vergaderen en te zien hoe het voelt dat je eigen taal plots niet meer de dominante taal is. Als de taal verandert, verandert ook het team. Bepaalde collega’s voelen zich vrijer om zich uit te drukken en anderen ervaren juist meer moeilijkheden. Het is een nuttige oefening denk ik. Hieruit leer je hoe moeilijk diversiteit is, we vinden het allemaal leuk en exotisch, maar bovenal is het heel moeilijk.

Tot slot is het ook belangrijk om nieuwsgierig te zijn, vraag aan mensen hoe ze zelf kijken naar bepaalde zaken. “Als je dit voorhad, wat zou je dan doen als je nog in Syrië was”, bijvoorbeeld. Zo leer je echt dingen.

Lezen en films kijken zijn ook waardevolle bronnen van kennis en inspiratie. Laat jezelf voeden en inspireren!"